We moeten meer leren van de natuur, vertelt freelance boswachter, auteur en spreker Arjan Postma enthousiast. “Bouw ruimte in je systeem in. Dan wordt beheer makkelijker, toekomstbestendiger én goedkoper.”
Als voorbeeld noemt Postma ‘Ruimte voor de Rivier’, waar de rivier letterlijk meer ruimte heeft gekregen. “De grote rivieren waren in de jaren ’70 een soort dooie gifgoten. Gelukkig gaat dat langzamerhand de goede kant op, maar we zijn er nog niet. De rivieren werden steeds meer ingedamd om ruimte te maken voor bebouwing, maar daarmee werden de rivieren ook steeds gevaarlijker. Door minder ruimte te geven aan het water ging het harder stromen, daardoor werd de rivier weer dieper en dijken verzwakt. Je zag ook dat we bij een beetje hoog water meteen gesodemieter hadden en aan de bak moesten met de zandzakken. Daarom is Rijkswaterstaat nu al zo’n dertig jaar bezig met Ruimte voor de Rivier om de uiterwaarden terug te geven aan het water en de rivier te laten ademen. Daardoor is het gevaar van hoog water een stuk minder geworden. Dat zie je ook terug in hoe we er mee omgaan – waar ze in Duitsland in paniek raken van hoge waterstanden, gaan wij met de camera langs de oever staan om te zien hoe mooi het eigenlijk is. De natuur wordt er beter van, de mens wordt er beter van, en beheer wordt er goedkoper van.”
Die vooruitgang is er niet vanzelf gekomen. “Ga met andere expertises bij elkaar op schoot zitten, want je hebt elkaar nodig om zoiets voor elkaar te krijgen.”
Van zitten verzuur je
Postma wilde altijd al boswachter worden. “Mijn opa én mijn vader wilden altijd al boswachter worden, maar dat is ze niet gelukt. Voor mij was het echt mijn droombaan, en ik ben een tijd met veel plezier boswachter geweest bij het Landschap Noord-Holland.” Toch is Postma nu freelance boswachter, spreker en auteur. Waarom eigenlijk? “Mijn werk veranderde steeds meer, ik werd te duur om het bos in te sturen en de dingen te doen die ik leuk vind. Mijn werk veranderde onder mijn voeten, gaandeweg was ik meer achter de computer bezig als gebiedsmanager dan als boswachter. En dan dreigt voor mensen hetzelfde gevaar als voor natuurgebieden: overbemesting, verdroging en daarna verzuring. Dat wilde ik voorkomen, dus ben ik voor mezelf begonnen.”
Sindsdien is Postma vooral bekend als de ‘televisie-boswachter’. “Ik mag op televisie en radio veel duiden, dat is erg leuk. Ik schrijf ook boeken en geef lezingen, dat is eigenlijk de echte bron van inkomsten. De media zorgen voor bekendheid, de boeken voor autoriteit en de lezingen voor continuïteit.”
Natuur als leidraad
Postma heeft uiteraard de natuur hoog in het vaandel staan. Dat uit zich ook in zijn advieswerk rondom natuurinclusief bouwen. “Dat is ook verplicht vanaf 2027, dus dat neemt echt een vlucht”, vertelt hij. “En datzelfde geldt ook voor wegen en voor onderhoud en beheer van wegen, daar moet je goed over nadenken. Overal moet je een soort ecologische toets overheen gooien, en als je daar vooraf goed over nadenkt scheelt dat in de vervolgstappen juist weer geld en tijd. Dat levert ook kansen op voor de natuur, soms met kleine ingrepen. Zo heb ik laatst geadviseerd bij een plaatser van zonnepanelen. Die plaatsen nu een soort inserts zodat er ruimte voor kleine diertjes ontstaat, wat weer goed is voor de biodiversiteit en weinig kost.”
Ook langs de weg ziet de boswachter kansen om te verduurzamen en de natuur letterlijk en figuurlijk meer ruimte te geven. “Langs snelwegen hebben we nu allemaal Ledverlichting. Dat is al mooi, want dat schijnt naar beneden, waar je het licht wilt hebben, en niet omhoog, dus je hebt al minder lichtvervuiling. Maar het mooie van die lampjes is dat je er ook zo een ander kleurtje in draait, en we weten nu welke kleuren goed en minder goed zijn voor insecten. Je wilt namelijk niet dat een lamp insecten aantrekt – die liggen dan de volgende ochtend allemaal dood in de berm. Dan is je lamp een soort insectenval geworden. Kies je juist een insectenwerende kleur dan heb je heel makkelijk en simpel een natuurvriendelijke oplossing gerealiseerd.”
Ook letterlijk ziet Postma ruimte voor de natuur. “We leren nog een hoop over hoe je nou de bermen van snelwegen en dergelijke moet maaien, dat levert ook een hoop bloemen op. Nou is het wel een beetje armoedig dat dat kennelijk alleen langs snelwegen kan, waar we hele brede bermen hebben, maar het is iets. Die brede bermen kunnen we voor nog meer dingen gebruiken, nu valt er veel regen maar we hebben ook vaak te maken met droogte. Richt nou die bermen zo in dat er infiltratiebekkens ontstaan, dat past goed bij de natuurfunctie van de langgerekte berm, als er water in staat voorkom je dat reeën en herten de weg oversteken, het waterschap is blij met de extra bufferruimte en de boeren zijn blij. Zo kun je de berm voor veel dingen gebruiken, en het mooie van een infiltratiegebied is dat het soms nat, en soms droog is, waardoor er een heel ander soort biotoop ontstaat.”
Inbouwen van dynamiek
Postma is spreker op het Nationaal Verkeerskundecongres, op 6 en 7 november 2024 in Burgers’ Zoo in Arnhem. “Ik wil daar praten over verandering en over de noodzaak tot het inbouwen van dynamiek, en hoe bepaalde netwerken ontstaan in de dierenwereld.”
“Het verkeer is ook dynamisch, dat verandert ook continu. Toch maken we systemen die dan over een jaar of tien wellicht verouderd zijn. Je legt iets neer met de bedoeling dat het een hele lange tijd zo kan werken, maar we hebben geen mannetjes met een kristallen bol. Je moet ruimte overlaten voor verandering, maar daar worden we zenuwachtig van, van onbenutte ruimte. Die ruimte gaan we dus zo efficiënt mogelijk inplannen – maar als we de ruimte anders nodig hebben, is die er niet meer. Er moet rek in je systeem zitten. Letterlijk, maar ook in bijvoorbeeld wetgeving moet je ruimte inbouwen.”
“Ik probeer voorbeelden uit de natuur te gebruiken om ons eigen gedrag en dat van organisaties te verklaren. Dat levert vaak leuke inzichten op, op een luchtige manier. Je mag ook zelf bepalen wat je met die verhalen doet. Ik kom geen kant-en-klare oplossingen brengen.”
Kopie van de natuur
Postma benadrukt wel dat we eigenlijk altijd de natuur kopiëren. “We zijn als mens echt niet zo uniek als we vaak denken. Dat zie je in de zomer ook heel duidelijk, dan gaan we met zijn allen op zomervakantie. Wie bedenkt dat nou? Ja, de natuur, dus. Juli en augustus zijn de saaiste maanden voor de natuur. Het is prachtig weer, de broedtijd is voorbij en de jongen zijn het nest uit, maar de vogels hoeven nog niet zich vet te mesten voor de winter. Dus die hebben anderhalf, twee maand niks te doen. De vogels en de dieren doen dan dus ook niet zoveel, behalve misschien hun veren vervangen. Wij doen eigenlijk hetzelfde.”